Met een gids zijn we Sri Lanka’s laatste èchte regenwoud in getrokken; het Sinharaja Forest Reserve. Omdat het al 3 weken niet geregend had en het regenwoud dus vrij droog was, hoefden we niet bang te zijn voor bloedzuigers die hier normaal, als het natter is, volop zitten. We hoefden de lompe bloedzuigersokken dus niet aan: broekspijpen in de sokken was voldoende.

De enthousiaste gids wist veel te vertellen over de flora en fauna van dit gebied en we hebben veel gezien: slangen, apen, grote spinnen en slakken, hagedissen, duizendpoten. Op een brug zagen we ook nog een cobra die helaas snel weer verdween, dus jammer genoeg geen goede foto kunnen nemen. Wel foto’s van de gifgroene snuffelslang op Gesina’s arm.

Bij een waterval konden we nog even het water in: koud, rechtstreeks uit de waterval! Maar dat went snel en was heel verfrissend.

Omdat de gids in de buurt van het regenwoud woont, stelde hij voor om in de middag voor een zacht prijsje een extra wandeling te maken naar zijn dorp. Daarbij zouden er onderweg meer vogels te zien zijn. Na de lunch in het restaurantje hebben we dat gedaan. Helaas maar weinig vogels gezien en de vogels die we zagen, waren nogal neurotisch: nauwelijks te fotograferen.
In de velden werd de rijst geoogst: het zijn weer voornamelijk de locale vrouwen die dat werk doen.
     2018 © Henri Brinkman       Vorige reisdag             Volgende reisdag